Rechtseenheidbrief over de wettelijke grondslag voor het gebruik van de IMSI-catcher

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) hebben op 28 november 2024 een rechtseenheidbrief gestuurd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie over de zogenaamde IMSI-catcher. Een IMSI-catcher is een apparaat dat een basisstation in het gsm-netwerk - oftewel een telefoonmast - kan nabootsen. Het middel ‘intervenieert’ als zendmast, maakt contact met alle mobiele telefoons in de omgeving en slaat daarvan de technische en/of inhoudelijke gegevens op. In deze rechtseenheidbrief geven de TIB en de CTIVD een gezamenlijke interpretatie van de Wiv 2017 met betrekking tot de correcte wettelijke grondslag voor het gebruik van een IMSI-catcher door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). 

Artikel 47 lid 4 van de Wiv 2017 vormt de enige wettelijke grondslag voor het gebruik van een IMSI-catcher door de diensten. Dat betekent dat hiervoor toestemming van de minister nodig is, die moet worden voorgelegd aan de TIB voor een oordeel over de rechtmatigheid. De TIB en de CTIVD volgen niet het standpunt van de beide ministers en van de diensten dat ook artikel 40 Wiv 2017 een voldoende grondslag biedt voor de inzet van de IMSI-catcher. In deze brief  leggen de TIB en de CTIVD uit waarom dit niet het geval is. 

Een afschrift van de rechtseenheidbrief is gestuurd aan de voorzitter van de Tweede Kamer, de directeur-generaal van de AIVD en de directeur van de MIVD.